7 februari 2023

Op de prikkelarme Neonatologie kunnen we ouders laten participeren in de zorg en toch voelen ze zich omringd door de beste zorgen met de veiligheid van de alarmering.

Zieke pasgeborenen en hun ouders hebben baat bij een ruimte om samen te zijn met zo min mogelijk prikkels. Zo maken alarmen een groot deel uit van het geluidsniveau in de kamer. Daarom is het voor elk ziekenhuis een uitdaging om te werken aan een prikkelarme omgeving op de neonaten en kinderafdeling. Zeker op een moment waarbij de inrichting van een nieuwbouw op de planning staat.

Nele Nuytten, Project Manager Biomedisch technische Dienst, Karen Van Quekelberghe, Adjunct Verpleegkundige Neonatologie, Isabelle Sasanguie, Vroedvrouw Neonatologie en Dr. Kris De Coen, Adjunct Kliniekhoofd Neonatologie kunnen hierover meepraten. Samen met itemedical slaagden zij en hun projectteams erin om een stillere omgeving te creëren op de nieuwe Neonatologie intensieve diensten in het Universitair Ziekenhuis (UZ) Gent.

1. Family Centered Care voor betere zorg

Meer en meer Neonatale diensten passen het Family Centered Care concept toe: ouders worden nauw betrokken bij de ontwikkelingsgerichte zorg voor de pasgeborene. Ze verschonen hun baby, nemen zelf de temperatuur, wassen de baby, er is zoveel mogelijk skin-to-skin contact. Sinds begin 2000 zet ook de Neonatale dienst van het UZ Gent in op dit concept. Congressen rond ontwikkelingsgerichte zorg, literatuur alsook het rapport van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg: allen markeren dat streven naar ouderparticipatie, gecombineerd met single family rooms de groei en ontwikkeling van baby’s alleen maar ten goede komt. Daarom opende het UZ Gent afgelopen zomer een nieuwe zorgeenheid met afgesloten kamers volgens het ‘silent room concept’ voor moeder en kind. In deze prikkelarme omgeving kunnen de ouders 24/24 bij hun baby verblijven, het stimuleert de groei van de pasgeborene en zorgt voor aanzienlijk minder stress.

Het verblijf op een NICU is een intense periode voor de ouders. Met amper privacy, veel lawaai en alarmen rondom hun baby die ze niet kunnen interpreteren. De stressvolle omgeving waarin de moeder zich bevindt, zorgt er onder andere voor dat de borstvoeding traag op gang komt. Als de ouders meer aanwezig zijn, groeit de betrokkenheid in de verzorging van hun kindje. Hoe meer rust en minder prikkels je dan voor hen creëert, hoe beter de borstvoeding op gang komt waardoor ouders en kind sneller naar huis kunnen. Vanuit wetenschappelijk oogpunt kan je dat pas staven met trenddata op lange termijn en resultaten van grotere groepen. Daarnaast werken de zorgprofessionals van 4B1 met de analyse software van itemedical en dat willen ze doortrekken naar de andere kritieke diensten van NICU in het UZ Gent.

Bron: Scheiding tussen ouders en pasgeborene moet zoveel mogelijk beperkt worden | KCE (fgov.be)

2. Inzicht in alarmsituatie

De resultaten van deze analyse bieden ook inzichten voor de verhuizing naar de nieuwbouw en de inrichting van de Single Family Rooms. Op voorhand de load van alarmen inschatten, helpt om een verantwoord schema op te maken voor de meest intensieve patiëntenpopulatie. Hoe werkt dit voor de ouders, voor zorgverstrekkers, de artsen en de verpleging? Ze krijgen ze een beter zicht op hoe de nieuwe afdeling er idealiter uitziet.

Bij een prikkelarme omgeving kijkt het projectteam vooral naar het geluidsniveau in de kamer. Alarmen maken daar een groot deel van uit. Door signalen van de monitors op een intelligente manier naar de smartphones van de verpleegkundigen te sturen, kan het medisch device zelf zo stil mogelijk staan. Want sommige ouders kiezen voor meer stilte en staat de display in privacy mode. Andere ouders willen wel de informatie op het scherm volgen en geeft deze slechts een minimaal geluid. ’s Avonds gaan de monitors sowieso in nachtmodus. Zo bekom je een aanzienlijk stillere omgeving.  

Het Medisch Alarm Systeem (MAS) zet daarop de alarmcascade in gang: de software van itemedical filtert de waarschuwingen op klinische relevantie en vertraagt waar dit kan. Het alarmdistributie systeem (ADS) levert de overgebleven noodsignalen bij de juiste zorgverleners af waardoor een veilig ‘silent room’ concept ontstaat. De deur van de kamer kan dicht, de toestellen staan zo stil mogelijk, de verpleegkundige ontvangt de relevante signalen. En de ouders behouden privacy op de kamer en genieten zo van de rust, samen met hun baby.

3. Van ‘zaalconcept’ naar Single Family rooms

De ouders

De overgang van het zaalconcept op de NICU naar de Single Family Rooms heeft een behoorlijke impact. In de grote ruimte voelen ouders zich vaak overbodig en bezoeker van hun eigen kind in plaats van partner in de zorg. Langs de andere kant voelen ze zich goed omringd, omdat er meer verpleegkundigen rondlopen en ze kunnen vergelijken met andere baby’s en ouders. Dat schept een (deels vals) veilig gevoel. Wanneer ze naar de Single Family Rooms verhuizen, valt dat beschermde gevoel weg. De vertrouwdheid van geluiden verdwijnt. Ze hebben nood aan bevestiging dat hun baby evengoed bewaakt is. Het UZ Gent licht daarom het alarmeringssysteem toe in een infobrochure. De zorgkundigen tonen hen hoe de smartphones de alarmen opvangen. Het vangnet is zo even groot als bij het zaalconcept, het is alleen niet direct zichtbaar.

De verpleegkundigen

Een silent room traject uitwerken voor verpleegkundigen is evenmin evident. De acceptatie kan moeilijk liggen. Karen van Quekelberghe en Dr. De Coen lichten dit toe.

  1. Karen Van Quekelberghe: “De verpleegkundigen ervaren de geluiden rondom het bed vaak als comfort. Elk alarm heeft immers zijn eigen toonhoogte, frequentie en typische geluid. Als dat wegvalt, verdwijnt ook vaak dat comfort. Langs de andere kant wil je dat zij hun focus op de kritieke signalen behouden. Daarom kozen we voor dit systeem van stillere alarmering en bijhorende traject met alarm coaching. Voor de verpleegkundigen is het op 4B1 even druk: ze verzorgen hetzelfde aantal patiënten. Maar ze gaan met een rustiger hoofd naar huis doordat er minder geluid en prikkels zijn, omdat we de alarmen beter filteren. De monitor staat zo stil mogelijk, terwijl de waarschuwingen, op een intelligente manier, bij de juiste persoon terecht komen. Dat is wel een grote winst. Zo vermindert de alarmmoeheid bij hen.”
  2. Dat is dan ook één van de doelstellingen waar itemedical met het alarmmanagementmodel naar streeft: minder prikkels bij ouders en baby’s, maar vooral ook bij verpleegkundigen om zo alarmmoeheid tegen te gaan. We kijken samen met de afdeling hoe je de alarmen slimmer differentieert. Dr. De Coen: “Door inzicht in deze data, kan je alarmen analyseren en interpreteren. Een combinatie van waarden bepaalt of je alarmen op voorhand filtert of niet. Minder betrouwbare signalen kan je zo uitschakelen of er een tijdslimiet aan koppelen: als een klinisch minder relevant alarm x tijd aanhoudt, kijk je dit wel na want misschien is er meer aan de hand. Zo behoud je de aandacht op klinisch relevante alarmen. Je mag ook de wetgeving niet uit het oog verliezen: je moet nog steeds een onderscheid houden tussen primaire en niet-primaire alarmen. Hoge prioriteitsalarmen sturen we daarom ongewijzigd door naar de smartphones.” De introductie van een MAS is dan ook een kwestie van focus: wat is de essentie van het hele alarmeringssysteem en wat is nice to know.
  3. De toewijzingssoftware, de kamernodes, de smartphones, dat is een behoorlijk technisch luik. Daarom legt bij voorkeur een klinisch persoon de nieuwe manier van werken uit aan de verpleegkundigen. Zo vermijd je fouten, veronderstellingen en angsten om met dit systeem aan de slag te gaan. Hoe werkt de vertraging, wie is de eerste die de call krijgt, wie is de 2e in lijn, wat is de differentiëring tussen de verschillende alarmen, … Dr. De Coen: “Als dat overeenkomt met wat ze zelf in de data zien, voelen ze zich veilig en vertrouwd in het systeem. Hebben ze het idee dat een bepaald alarm niet doorkomt, dan volgt je het traject in de analyse software. Een geel alarm vertraagt vb met 10 sec., een rood komt onmiddellijk door op de smartphone. Dat is het proces van teaching & learning.” Eens geïmplementeerd is het een continu leertraject, niet alleen voor nieuwe gebruikers maar voor iedereen. Je stuurt voortdurend bij in het proces.” Karen: “Omdat ik als verpleegkundige vanaf het begin betrokken ben, begrijp ik ook het technische luik. Maar voor iemand die later in dit traject stapt, is de technische kant soms te complex. Een verpleegkundige of een arts wenst dan een meer op maat gemaakte uitleg.”

Biomedische dienst en klinische ondersteuning

De validatie van het hele MAS deed de biomedische dienst van het UZ Gent. Zij hebben hiervoor de nodige expertise. De monitor is het hart van alles. Als dat verandert, moet de alarmcascade ook passen in dat veranderingsproces. Het is dan beter om dat als 1 totaalpakket te bekijken: je hebt zo 1 acute aanpassing, anders wordt het een moeilijker aanvaard en chronisch proces. Nele Nuytten: “Wanneer een systeem technisch helemaal klaar is, is ook de klinische ondersteuning belangrijk. Het finetunen van het alarmeringssysteem hangt nl. af van de juiste filtering en vertraging en dat kunnen we niet zelf. Het is dus een en-en- verhaal: langs de technische zijde is een begrijpbare introductie in het systeem belangrijk, en langs de zorgkant is de interpretatie door een klinisch persoon nodig om de alarmering slimmer te maken. Enkel zo bekomen we een goede adaptatie van het nieuwe systeem. Het doorsturen van de alarmen naar de smartphones mag je niet onbezonnen doen, want dan loopt je project faliekant de mist in. Daar staan verpleegkundigen vaak niet bij stil.”

Karen: “Apparatuur rondom het bed genereert echt gigantisch veel alarmen. En dat merk je pas wanneer deze op de smartphone, dicht bij u, toekomen. Daarom is het bekijken van de data op voorhand zo belangrijk. Door inzicht in het aantal alarmen, de alarmduur, de soorten alarmen, … kan je een betere filtering toepassen en keuzes maken. Welke alarmen stuur je wanneer door naar de smartphone van een verpleegkundige.” Het evidence based stuk (het aftoetsen van wat er verantwoord is en wat niet) speelt daarbij een niet onbelangrijke rol. Te strak de grenzen bijstellen zodat je geen alarmen meer krijgt, zorgt voor een onveilige situatie en vermijd je ten alle tijden.

Advies: opzet multidisciplinair team

Zelf raadt het zorgteam van het UZ Gent aan om een team van super users vanaf het begin te betrekken bij het project. Ze lopen op de werkvloer rond, ze spreken dezelfde ’taal’ en ondersteunen dan ook gemakkelijker de andere gebruikers. De verantwoordelijkheid voor het geven van de opleiding zelf ligt dan weer bij de leverancier van enerzijds het ADS, anderzijds de alarmcoaching voor het interpreteren van de alarmdata en de flow naar het alarmeringssysteem.

4. MAS: alarmreductie met veilige back-up

Prikkelarme Neonatologie voor betere zorg

Het UZ Gent werkt op meerdere afdelingen aan het verminderen van het aantal alarmen, maar nergens zo vergaand als op de Neonatale intensieve dienst. Zo werkt de PICU met lichtkranten en dects als alarmeringssysteem. Echter, doordat dit niet correct is ingesteld, liggen de dects gewoon in de kast. Alle deuren staan er open en het team zet de alarmen luid op de medische toestellen zodat ze deze kunnen horen. De alarmering mist zo zijn doel en is bijgevolg een nutteloze investering. Gelukkig is ondertussen de technologie een stap verder en zet de NICU ook echt hierop in: de telefoons eindigen niet in de kast, maar vormen een onderdeel van een werkelijk stillere afdeling. Dr. De Coen: “En dat konden we alleen door eerst naar de data te kijken en dan pas alarmen gefilterd en vertraagd door te sturen en zo de load op de smartphones beperkt te houden tot de klinisch relevante alarmen. Anders mislukt het project op voorhand al.”

Maar hoe verzeker je je dan van de veiligheid in dit traject? Want door de alarmen te versturen via een platform naar een smartphone, wordt dit wel een erg kritieke keten. Isabelle Sasanguie: “Voor de verpleegkundigen werkten we een informatieboek uit over hoe de alarmering werkt. Hoe melden ze zich aan, hoe selecteren ze de buddy’s. Wanneer de alarmen enkel op de centrale post komen en niet op hun smartphone, weten ze dat er iets mis is in het systeem. Ze krijgen de melding “verbinding verbroken” op hun telefoon. De noodnummers staan vermeld in het informatieboek in geval van panne tijdens de week of in het weekend.”

Naast het MAS systeem koos het UZ Gent daarom ook bewust voor een Medisch Oproep Systeem (MOS) systeem als back-up. Nele Nuytten: “Dat is voor ons een belangrijke pijler: we streven, waar mogelijk, naar dubbele alarmering, zeker voor de rode alarmen. We connecteren alles met een MAS en een MOS systeem waarbij deze laatste een fall-back is voor het MAS. De rode alarmen verschijnen daardoor dubbel op de smartphone, maar we kiezen in dat geval voor zekerheid. De verpleegkundigen zijn dat ondertussen ook gewend. Het is ons belangrijkste vangnet. Daarnaast maakten we ook een risico-analyse voor alle fall-back scenario’s: op welk niveau kunnen er zich welke problemen voordoen, wat hebben we als maatregelen al voorzien, welke acties kunnen we ondernemen. Gecombineerd met de gebruikershandleiding en de opleidingen die we voorzien, kunnen we vertrouwen op het systeem.”

5. Juiste combinatie van ADS en alarmdifferentiatie

De keuze voor 25-8 als leverancier van een ADS (Alarm Distributie Systeem) en itemedical als alarmdifferentiatie is voor het UZ Gent evident. Voor de distributie van verpleegoproepen naar de smartphones gebruikt het UZ Gent al de diensten van 25-8. 2 systemen naast elkaar zou een dubbele investering betekenen. Bovendien zou een verpleegkundige met 2 output devices moeten rondlopen, dat werkt niet. Nele: “Daarnaast wou ik ook vendor onafhankelijk kunnen werken voor mijn alarmeringsysteem. Want het begint met monitoren, dan komen er spuitpompen bij, beademingstoestellen, … Het moet een vendor onafhankelijk en flexibel systeem zijn, klaar voor toekomstige investeringen van het ziekenhuis. Verder was ook de differentiatie in alarmen belangrijk, de vertaling van de alarmen, het vertragen ervan. 25-8 bracht ons in contact met itemedical. Samen hebben we dan dit traject uitgetekend.”

6. Praktijkervaring na implementatie

Isabelle: “We kunnen nu de ouders laten participeren in de zorg en hen de nodige privacy geven om in hun cocon met hun gezin alleen te zijn. En toch voelen ze zich omringd door de beste zorgen met de veiligheid van de alarmering.”

Karen: “We ervaren ook echt veel meer rust bij ouders, ze kennen hun baby door en door, omdat ze 24/24 bij hen kunnen blijven. Vroeger was dat veel minder en gingen de ouders nog redelijk onzeker naar huis.”

Nele: “De zorgvloer komt altijd met veel vragen en wensen en daar proberen we altijd zoveel mogelijk aan te voldoen. Als zij tevreden zijn met de aangereikte oplossing, geeft dat voor ons veel voldoening, vooral als het ook effectief werkt zoals ze het voor ogen hebben. Ook mee nadenken over de uiteindelijke finetuning geeft ons veel voldoening. Want technisch is de oplossing hetzelfde als deze van longziekte, maar de noden naar slimme alarmering en alarmcascades is heel anders.”

Delen:

Benieuwd naar welke strategie past op jouw Neonatologie afdeling?